Joannes Gielen
Joannes Gielen
Joannes Gielen , is geboren op 08-01-1920 in Deurne Nog binnen het jaar na de geboorte van Sjaak wordt zoon Jan geboren.

Jan wordt op 6.6.1934 , hij is dan 14 jaar , ingeschreven op Hoijserstraat 2 in Someren als knecht bij de boerenfamilie Geelen. In 1936 verhuist Jan naar de overkant naar Hoijserstraat 1 om als knecht te gaan werken bij zijn oom en tante Bet, zus van zijn vader. Dit omdat de gezondheid van zijn oom steeds verder achteruit gaat. Iedere zaterdag in de voormiddag fietst Jan de vijftien kilometer naar zijn ouders in Liessel om op zondagavond weer bij zijn oom en tante terug te keren.

Op zaterdag 11 mei 1940 is ineens alles anders. Zoals iedere zaterdag wil hij graag naar huis. Nu de Duitsers zijn binnengevallen wil hij weten of thuis alles goed is en of er nieuws is over zijn broer Sjaak , die soldaat is geworden . Jan weet echter niet goed wat hij moet denken van al het lawaai van ontploffingen en mitrailleurschoten, die al sinds het middaguur bij de Zuid-Willemsvaart te horen zijn.
Voor de zekerheid gaat hij langs bij de overbuurman bij wie hij in de kost is geweest, want hij weet dat die dezelfde kant uit moet voor de kapper in het dorp. Ze besluiten om samen te fietsen. Ze zijn niet bang uitgevallen en willen weten wat er eigenlijk aan de hand is.
Al eerder hebben ze Nederlandse militairen, sommige op de fiets en in burger, in alle haast via de Vaarsel richting Heeze zien vertrekken. Aangekomen in het centrum van Someren zien ze Duitse soldaten, van wie een aantal op de fiets en met gevorderde auto’s, eveneens richting Heeze gaan. Bij de kapper stapt de buurman af;

Jan fietst door. Als hij bij Sluis 11 aankomt ziet hij dat de brug is opgeblazen. Hij ziet ook dat meer Duitse soldaten via de intacte voetbrug, die rond 14.30 uur veroverd is, het kanaal oversteken. Een Duitse wachtpost geeft Jan te verstaan dat hij maar beter kan omdraaien. Weer terug bij de kapper ziet hij zijn buurman staan. Die had zijn fiets moeten afgeven aan de Duitsers. ‘Dat geeft niet’, zegt Jan, ‘dan gaan we maar samen op mijn fiets naar huis’. Hij trapt zo hard hij kan naar de Vaarselstraat om zo snel mogelijk weer bij zijn tante op de Hoijsen te zijn.

Maar op dat moment, het is dan rond 16.00 uur, krijgen de zich op Heeze terugtrekkende Nederlandse soldaten het bevel een tegenaanval uit te voeren om de tot in Someren doorgedrongen Duitsers tegen te houden. Deze schieten terug met alles wat ze hebben.
Jan en zijn buurman zitten als ratten in de val: vóór hen de Nederlanders, rondom en achter hen de Duitsers. Ze zien en horen kogels inslaan. Even voorbij de kruising van de huidige Loovebaan met de Vaarselstraat springen ze in de sloot aan de kant van de weg. Het mag niet baten. Jan wordt door een kogel in het hoofd getroffen en sterft ter plekke. De buurman krijgt een kogel in zijn enkel. Pas als de Duitsers voorbij zijn getrokken, durft de buurman over Jan heen te stappen, uit de sloot te klauteren en de ongeveer anderhalve kilometer naar huis te strompelen. ‘Ik geloof dat het met Jan Gielen gedaan is’, zegt hij als hij tegen de avond thuis aankomt.
De volgende dag wordt het lichaam van Jan uit de sloot gehaald en naar het zusterklooster in Someren gebracht. Wanneer vader Sjef op 15 mei op het gemeentehuis aangifte komt doen, wordt in de overlijdensakte opgetekend dat zijn zoon op 11 mei 1940 om 16.00 uur is gestorven.
Die dag sneuvelen bij Sluis 11 en in Someren negentien Nederlandse militairen, van wie vijf in de Vaarselstraat. Ze krijgen alle vijf een veldgraf vlak bij de plek waar Jan in de sloot lag. Pas twee dagen later horen Sjef en Doortje van het overlijden van hun zoon

Jan Gielen was het eerste burgerslachtoffer in Someren


Joannes Gielen word begraven op het Lambertuskerhof Someren
Zaterdag 11 mei 1940 moet voor Sjef en Doortje een verwarrende dag zijn geweest. Ze werden wakker in het besef dat het hun zevenentwintigste trouwdag was. Ze zullen ongerust zijn geweest, want ze wisten dat hun oudste zoon Sjaak in Venlo gestationeerd was en wellicht nog in gevecht was met de binnengevallen Duitsers.
Maar op geen enkel moment konden ze bevroeden dat hij ’s middags bij Sluis 11 door de Duitsers zou worden gevangengenomen en dat diezelfde middag niet ver daarvandaan hun tweede zoon Jan in een vuurgevecht tussen Nederlandse en Duitse soldaten zou worden gedood.

BRONNEN :
Stichting Oorlogs Slachtoffers
Stichting Herdenking Brabants Gesneuvelden
wikitree.com
Wikipedia