In de middeleeuwen deed men zijn behoefte in de vrije natuur. Omdat het steeds weer zoeken van een rustig plekje achter de bosjes niet handig was, heeft men de poepdoos bedacht. De poepdoos was niet meer dan een kuil in de grond met een beschutting er overheen. Er zat een bankje in met een gat erin zodat de ontlasting direct in de kuil viel. Om de stank enigszins tegen te gaan kon het gat in het bankje worden afgesloten met een deksel.
In de deur van de poepdoos werd vaak een gat gemaakt in de vorm van een hartje. Zo kon er licht in het donkere bouwwerk en zo kon men eerst kijken of de poepdoos bezet was voordat de deur werd open gemaakt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte men kranten om de billen schoon te vegen.