Antonius van den Akker
Antonius van den Akker
De verdediging van Someren in mei 1940
De gemeente Someren valt in de verdediging van Nederland in de Peel-Raamstelling . De verdedigingslinie die in 1939 werd aangelegd .
De stelling bevond zich achter de Maaslinie, variërend van 9 km tot 21 km van elkaar. De stelling begon aan de Maas, ter hoogte van Grave om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens bij Weert te eindigen.

Om de bevelvoering van de troepen mogelijk te maken, werd de 80 kilometer lange Peel-Raamstelling verdeeld in vijf vakken, die gecommandeerd werden door een overste.
Van zuid naar noord waren dit de vakken Weert, Asten, Bakel, Erp en Schaijk. Someren viel dus onder het vak Asten .
Het “ Vak Asten ” werd door de regimentsstaf van 30.RI [luitenant-kolonel G.E.A. Themann] gecommandeerd. Het had twee eigen bataljons [II-30.RI en III-30.RI] en twee vreemde [III-41.RI en 2.GB] (GB = Grens Bataljon). Naast enige pioniers en de drie Politietroepen detachementen Buggenum/Roermond, Someren en Venlo, had men een deel van de regimentstroepen van 30.RI als enige ondersteuning. Artillerie ontbrak geheel. III-41.RI en 2.GB lagen aan de Maas, de andere twee in de Peel-Raamstelling .
Het Duitse 56. Infanterie Divisie was het onderdeel van de wehrmacht dat Vak Asten zou moeten aanvallen . De divisie werd opgericht op 26 augustus 1939 in Dresden, in de tweede mobilisatiegolf, voornamelijk uit Saksische reservisten in Wehrkreis IV.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Generalmajor Kriebel benoemd tot commandant van het 56. Infanterie Divisie . 24 juli 1940 werd Luitenant-generaal Paul von Hase de nieuwe bevelvoerder

De Duitse 56.ID – dat het centrale deel van de Peel-Raamstelling diende te doorbreken had aan de Maas zeer zware strijd moeten leveren. Daarbij was het de divisie niet gelukt ook maar één overgang intact in handen te krijgen, wat uit de aard der zaak [er waren in hun vak slechts twee bruggen, die bij Venlo], niet heel bijzonder was. Het betekende wel dat men de westzijde van de Maas moest vrij vechten om brugslag te laten plaatsvinden. Door de ontwikkelingen bij Venlo en de opstopping die bij Grubbenvorst ontstond, was het simpele feit aan de orde dat 56.ID zich voor de onmogelijke taak gesteld wist om zich op 10 mei nog te ontplooien tegenover de Peel-Raamstelling. De divisie slaagde er niet eens in haar regimenten volledig over de Maas te krijgen op die eerste oorlogsdag.
De divisie had een aanvalsgebied tussen Deurne en Meijel [Vak Asten], daar waar de Peel-Raamstelling zich op de grens van Limburg en Brabant ontwikkelde. Een gebied waar de stelling zich achter vier verschillende hindernissen gebouwd wist. In het noorden nog het defensiekanaal, daarna een stuk achter het (afwaterings)kanaal van Deurne en Nederweert, dan de Noordervaart en tenslotte overgaand in de Zuid-Willemsvaart.

Om 21:00 uur (10 mei) wordt het bevel tot terugtrekking gegeven vanwege de doorbraak door de Duitsers van de Peel-Raamstelling bij Mill (hierdoor kunnen de Duitsers de Peel-Raamstelling van achteren aanvallen en oprollen). Men moet zich terugtrekken tot achter de Zuid-Willemsvaart. Om 23:00 uur (10 mei) moeten de stellingen ontruimd zijn. Een peloton van elke compagnie moet als rugdekking achterblijven. Als er om 24:00 uur (10 mei) nog geen Duitsers zijn waargenomen mogen ook zij zich terugtrekken. De compagnieën trekken naar de weg Meijel-Asten en dan via Asten naar Sluis 11. In de ochtendschemering van 11 mei arriveren de troepen op de westelijke oever van de Zuid-Willemsvaart. Hier moeten ze de Duitsers tegen zien te houden, echter zonder kazematten en loopgraven. Na enkele gevechten geeft de 1e compagnie zich hier op 11 mei over aan de Duitsers. De 2e compagnie trekt zich verder terug richting Leenderstrijp (gehucht bij Leende) en geeft zich hier op 15 mei over.


Nederlandse militairen verdedigden zich, maar konden niet op tegen deze grote tegenstand. Op 11 mei 1940 kwamen in Someren 12 militairen om het leven en in de directe omgeving nog vier. In de ziekenhuizen van Venlo, Eindhoven en Utrecht overleden later nog 3 soldaten die bij deze slag zwaar gewond waren geraakt. Aan Duitse kant sneuvelden slechts 3 militairen.
De overleden militairen:
| • Antoon van den Akker 1908 – 1940. Dienstplichtig soldaat. 1-III-41 R.I. |
| • Wilhelmus van Benthem 1919 – 1940. Dienstplichtig soldaat MC-II-30 R.I.. |
| • Kees van den Brandt 1907 – 1940 Dienstplichtig soldaat 3-II-30 R.I. |
| • Machiel Peeter Bruijnooge 1908 – 1940. Sergeant MC-II-30 R.I. |
| • Abel Buurma , 1905 – 1940. Dienstplichtig soldaat II-30 R.I. |
| • Antoon Damen 1905 – 1940. Dienstplichtig soldaat II-30 R.I. |
| • Philippus H. F. Damshuiser 1908 – 1940. Sergeant 1-II-30 R.I. |
| • Toon van Dongen 1908 – 1940. Dienstplichtig soldaat mitrailleurcompagnie infanterie. |
| • Cornelis de Haas 1910 – 1940. Dienstplichtig soldaat II-30 R.I. |
| • Antonie den Hartog 1909 – 1940. Dienstplichtig soldaat MC-II-30 R.I. |
| • Hubert Arnold Huijs 1919-1940. Dienstplichtig soldaat, 2e Grensbataljon. |
| • Albert van Meeteren 1906 – 1940. Dienstplichtig soldaat 3-III-41 R.I. |
| • Henricus Jacobus Smeets 1919 – 1940. Dienstplichtig soldaat 2e Grensbataljon. |
| • Cornelis Struijs 1911 – 1940. Dienstplichtig soldaat infanterie, Peeldivisie. |
| • Johannes den Teuling 1913 – 1940. Dienstplichtig soldaat, staf 30e R.I. |
| • Gradus Velthoen 1917 – 1940. Dienstplichtig korporaal 2-II-30 R.I. |
| • Jan Arie van Vugt 1910 -1940. Dienstplichtig korporaal MC-II-30 R.I. |
| • Jan Vermetten 1905 – 1940. Dienstplichtig soldaat II-30 R.I. |
| • Hendrik van der Weerden 1909 – 1940. Dienstplichtig soldaat MC-III-26 R.I. |
Tijdens de strijd op 11 mei tussen Nederlanders en Duitsers kwam ook een jonge burger om het leven. Johannes Gielen, 20 jaar

Het ‘Monument voor Nederlandse Militairen’ in Someren is opgericht ter nagedachtenis aan de Nederlandse soldaten die in de meidagen van 1940 in de omgeving van Sluis XI zijn gesneuveld, aan alle ingezetenen uit Someren en Asten die tussen mei 1940 en september 1944 in militair verband zijn omgekomen en aan alle plaatsgenoten die tijdens de koloniale oorlog in Indonesië in het voormalige Nederlands-Indië als militair zijn gesneuveld.
Het monument is ingezegend op 15 mei 1949 door hoofdleger aalmoezenier monseigneur Van Straelen.
Een van de gesneuvelde Nederlandse militairen was de dienstplichtig soldaat Antonius van den Akker , geboren op 15 januari 1908 te Berlicum . Hij woonde als landbouwer in Gemonde . Hij word gemobiliseerd en ingezet voor de verdediging van Nederland . Na zijn opleiding kwam hij bij I-III-41 RI. Onder leiding van Reserve Majoor G.J.H. Pelt , in vak Asten van de Peeldivisie , nabij Liessel en Deurne . De Peel Divisie bemande de Peel-Raamstelling en telde 23 bataljons en had een sterkte van wel bijna 25.000 man .

Uit het verslag van Kapitein J. Bleuland van Oordt
De tweede en derde sectie Zw . Mit. ( Zware Mitrailleurs) kwamen om 6 uur aan bij Sluis XI. De kerels waren doodmoe na ca. 16 km gemarcheerd te hebben , doch kregen opdracht naar Sluis XII te vertrekken. Op 11 Mei 1940 de stelling ingenomen ter hoogte van Sluis XII in de nacht.
De Sluis lag vol grote schepen, erom heen enkele huizen en veel bomen. De dijk aan de overkant van het kanaal lag veel hoger dan die der ingenomen stelling . De keuken – en goederenauto’s ; beide in het terrein spoorloos verdwenen.
Om 15. 00 uur de tweede sectie afgestuurd om met sectie van 3 II (Regiment Infanterie) en sectie – Zw.Mit. een stoot in richting Someren te doen. Geleid door de reserve 1e luitenant W. L. Aerdenhout van 3 – III Te 18.00 uur kwamen 20 man terug, de rest was gevangen genomen of gevallen. Van de ca 80 man die erop uit waren getrokken was dus slechts een kwart teruggekeerd. Te 22.30 uur hevig geweer – en mitrailleurvuur : Het gevecht in de middag en avond, dat zich deels in open veld en in de randen van Someren afspeelde, leverde het grootste enkelvoudige verlies aan Nederlandse kant op bij de strijd aan de Zuid Willemsvaart. Twaalf militairen sneuvelden nabij de sluis, vijf in Someren zelf. Aan Duitse zijde sneuvelden slechts drie militairen
Verdediging was dus onmogelijk. Om 24.00 uur afmars richting Budel via Maarheeze op kompas. 12 Mei 1940 Maarheeze bezet en brandde; Sterksel zou nog vrij zijn, dus rechtsomkeer gemaakt. Ca. 4.30 uur in een perceel bos bij een ven nabij de weg Someren – Heeze aangekomen en de manschappen hoorden onafgebroken Duitse colonnes voertuigen en paarden marcheren.
Het begon inmiddels te dagen. De troep was in bezit van 7 geweren en 2 pistolen. Besloten de troep in het bos te verstoppen en de nacht af te wachten en daarna over de weg proberen te komen en verder te trekken. Om 7.00 uur vliegtuigen boven ons en om 9.30 uur omsingeld. 3 Man III R.I. zijn gesneuveld, n.l. Sergt. Broos, dspl. soldaat Kanters en dspl. Soldaat Aarts. Het vuren is gestaakt en de overige soldaten zijn door de Duitsers gevangen genomen. Bij af transport naar Asten is dspl. Soldaat v.d. Akker uit de colonne gelopen om te vluchten en, na herhaaldelijk te zijn terug geroepen, doodgeschoten.
liet zijn vrouw Johanna (Janske) van den Akker van Oorschot en zijn kind Piet van de Akker , van 8 maanden achter .

Antonius heeft in Someren begraven gelegen . Op 11 mei in een veldgraf aan de Vaarselstraat, op 12 mei is hij in Someren op het Lambertus kerkhof herbegraven. Op 1 september 1940 werd hij op de begraafplaats aan het Twijnmeer te Gemonde ( nu gemeente Sint Michielsgestel ) herbegraven.
Zijn graf in Gemonde heeft twee bijzondere details :
1 Er ligt een Nederlandse staalhelm , type M-27 , op het graf
2 Een opvallend foutje is dat op zijn eerste grafsteen in Gemonde Sommeren staat , dus dubbel “ M “


Na het overlijden van zijn vrouw Johanna ( 12-08-2001 ) is er een nieuwe zerk geplaatst en is Sommeren veranderd naar Someren





Vlakbij waar Antonius op de Vaarselstraat werd doodgeschoten sneuvelden ook Hendrik van der Weerden en Albert van Meeteren
Hendrik was geboren op 3 december 1908 in Meijel , hij was soldaat in het 2.-III-26 R.I. . Hij was eigenlijk met ziekteverlof thuis , hij wilde zich na de invasie meteen melden bij het leger . Hij sneuvelde op 11 mei 1940 op de Vaarselstraat aan een schot in het hoofd tijdens een man tegen man gevecht .


Bij dit gevecht was ook dienstplichtig soldaat , 3-III-41 R.I. Albert van Meeteren ( geboren 29 juli 1906 te Zuilichem ) betrokken . Albert en Hendrik en enkele andere soldaten verweerden zich vanuit een schuur aan de Vaarselstraat . Albert sneuvelden in een man tegen man gevecht waarbij zijn schedel werd ingeslagen . Tijdens dit gevecht sneuvelde ook de Duitse soldaat Seldo Kraft van het I-IR 192 .


Bronnen :
# Werkgroep Bevrijding Gemonde 1940-1945
# Wim Verhoeven , Gemonde
# Ad Kuppens , Gemonde
# archief Sectie Krijgsgeschiedenis ’s Gravenhage , 23 oct 1982 (Groep IV 2 pak U nr.159 3 III 30 RI Doos 526/14)
# verslag van Kapitein J. Bleuland van Oordt , commandant van de 3e compagnie van het IIIe bataljon van het 30e regiment infanterie
# zuidfront-holland 1940
# Wikipedia
# Lexicon der Wehrmacht
# Grebbeberg.nl
# Stichting Herdenking Brabants Gesneuvelden
# herinneringen aan Someren

