Het Kind van de Rekening






Ook kinderen zijn vaak het slachtoffer van oorlog.
Een definitie van Slachtoffer is een persoon die een schokkende gebeurtenis heeft meegemaakt en daardoor is omgekomen, lichamelijk of psychisch letsel heeft opgelopen en/of is benadeeld. Ook mensen die direct of indirect getuige zijn geweest van de schokkende gebeurtenis worden soms als slachtoffer aangeduid.
Wat ook iemand tot slachtoffer kan maken is dat iemand buiten eigen schuld financiële en / of materiële schade lijdt . Of aanzienlijke aantasting van hun fundamentele rechten
Oorlogsslachtoffer is volgens de oorlogsgravenstichting :

De Oorlogsgravenstichting registreert in haar database zowel ‘oorlogsslachtoffers’ als ‘slachtoffers van de oorlog’.
Oorlogsslachtoffers zijn volgens onze definitie burgers en militairen die in de strijd met de vijand of door hun handelingen of houding tegenover de vijand het leven hebben verloren. Ook mensen die tijdens de door de vijand opgelegde internering of vervolging overleden zijn, rekenen we hiertoe.
Mensen die zijn omgekomen door oorlogsgeweld zoals een beschieting of bombardement, maar ook de mensen die de oorlog overleefd hebben en hun ervaringen altijd met zich hebben meegedragen omschrijven wij als ‘slachtoffer van de oorlog’.
Stichting Oorlogsslachtoffer geeft een wat andere definitie :

Wie ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog het begrip “ Oorlogsslachtoffers “ gebruikt of hoort denk onwillekeurig altijd slechts aan hen die vielen vanwege “de goede zaak “. Dat er aan de zijde van de “ vijand “ evengoed mensen sneuvelden – die voor hun land vochten , voor en met hun kameraden streden en die evenzo geliefden , kinderen , ouders en vrienden hadden , die hen na hun sneuvelen moesten missen – zijn wij geneigd te vergeten . Door Stichting Oorlogsslachtoffers word dat onderscheid niet gemaakt .
Al het bovenstaande kan en zal ook betrekking hebben op kinderen . Slachtoffer zijn is dus een breed aspect . Hieronder volgen enkele groepen waarbij kinderen slachtoffer werden :
Kinderen en oorlogshandelingen

Kinderen ontkwamen niet aan de Duitse bezetting van Nederland van 1940-1945 en werden gewond of stierven door oorlogshandelingen. Dat was onder andere het geval bij de invasie en zeker bij het Bombardement op Rotterdam. Maar ook bij latere oorlogshandelingen, zoals de Slag om Arnhem, de Slag om de Schelde en de bombardementen op Nijmegen en Den Haag. Of ze waren ooggetuige van het mishandelen , oppakken en doden van gezinsleden , familie , kennissen of zo op straat .
Joodse kinderen en oorlogspleegkinderen in Nederland

Joodse mannen, vrouwen en ook kinderen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen door de maatregelen van de Duitse bezetter. Joodse kinderen worden langzaam uitgesloten. Eerst worden zij uit hun klas gehaald, op aparte scholen gezet en uiteindelijk afgevoerd naar de concentratie- en vernietigingskampen . Vaak samen met hun ouders werden ze afgevoerd naar concentratie-en vernietigingskampen. Naar schatting 18.000 Joodse kinderen uit Nederland werden vermoord in de nazi-kampen.

Als we het over oorlogspleegkinderen hebben bedoelen we voornamelijk Joodse kinderen die tijdens de bezetting bij niet-Joden zaten ondergedoken, het gaat om enkele duizenden kinderen . Hun ouders zaten elders ondergedoken. Van de helft van deze kinderen werden de ouders alsnog door de Duitsers ontdekt en vermoord, veel kinderen zagen dus nooit hun ouders terug.
Na de oorlog was het een hels karwei om de kinderen weer op te sporen, aan de Herengracht 410 te Amsterdam zat Bureau OPK (oorlogspleegkinderen) , een voogdij-commissie die dus een hele zware taak had. De commissie viel onder het Departement van Justitie, en daarmee onder de Kinderbescherming in het algemeen.
Ook kampte de commissie met een immens dilemma, bleef een kind bij het pleeggezin of ging het terug naar de ouders die terug waren gekeerd. Een derde optie was dat een ander Joods gezin het kind zou opnemen. Een klein aantal kinderen was overigens niet Joods. De meeste kinderen waarvan de ouders niet terugkeerden uit de kampen zijn naar een Joods pleeggezin gegaan, slechts zo’n 300 kinderen bleef bij het niet-Joodse pleeggezin, zeer vermoedelijk waren de kinderen niet-Joods. De commissie is na de oorlog vier jaar bezig geweest om te onderzoeken waar de tussen de 3.800 en 4.100 kinderen thuis hoorden en waar ze zouden opgroeien.
Kinderen en het verzet


Er waren ook kinderen die bijvoorbeeld Joden met onderduiken hielpen. Of bij het drukken van door de nazi’s verboden verzetskranten. Kinderen werden omdat ze kind waren niet gauw verdacht van illegale tegen de Duitsers gerichte praktijken. Zoals het rondbrengen van verzetskrantjes of het doorgeven van geheime berichten. Verzetswerk was erg gevaarlijk en soms moesten verzetsmensen met hun kinderen onderduiken. Soms werden kinderen meegenomen gedurende de spertijd , zij konden als afleidingsmanoeuvre dienen : zoals zogenaamd naar de dokter moeten en dan bijvoorbeeld wapens op te gaan halen . En er waren kinderen , vooral tieners die zelf aan gewapend verzet deden , zoals bij de opstand in Warschau , Polen .

Kinderen van verzetsmensen kampen vaak met emotionele blokkades. Evenals kinderen van overlevenden, is een relatief groot deel van hen vrijwillig kinderloos gebleven.
Sommige van hen zagen hoe hun ouder of ouders werden gearresteerd door de Duitsers. In een aantal gevallen keerden ze nooit terug. De getuigen herinneren zich hoe het voelde om voortdurend in angst te leven, bang voor een inval van de Gestapo. En hoe het was om als kind een groot geheim te dragen, waar je tegen niemand iets over mocht zeggen. Al die ervaringen hebben op hen een blijvende impact gehad.
Ook zijn er kinderen behoren tot een naoorlogse generatie die opgroeide in een gezin waar de oorlog nog dagelijks aanwezig was. Maar vaak rustte op dat verleden een taboe, waardoor het onmogelijk was om vragen te stellen aan hun ouders. De kinderen werden geconfronteerd met gebeurtenissen en emotionele uitbarstingen die ze niet konden plaatsen en niet zelden zochten ze zelf een manier om te ontsnappen aan die oorlog. Meestal voelden ze pas decennia later de nood om te gaan graven in het oorlogsverleden van hun ouders. Wat ze ook deden en doen in het leven, ook voor hen is de oorlog nooit ver weg.
Kinderen tijdens de hongerwinter

Tijdens de hongerwinter, die zich afspeelde van november 1944 tot maart 1945 , was er in het Nederland boven de rivieren, dat nog niet bevrijd was, bijna geen voedsel en brandstof meer te verkrijgen. Veel kinderen raakten ondervoed en deden alles om aan eten te komen. In de grote steden aten kinderen soms uit vuilnisbakken om toch nog wat voedsel binnen te krijgen. Men ging tulpenbollen en veevoerbieten eten maar ook huisdieren als honden , katten en konijnen.

In de Hongerwinter zijn naar schatting zo’n 50.000 kinderen uit de steden in het westen vaak per binnenvaartschip overgebracht naar het oosten en noorden van Nederland om daar opgenomen te worden bij vaak boerengezinnen, waar nog wel voedsel voorhanden was. Soms werden kinderen door de ouders naar Duitse soldaten gestuurd om eten te vragen , “ Een wat oudere soldaat was heel vriendelijk en zette me op z’n schoot. Hij stond erop, dat ik een zoet taartje at, wat ik met schuldgevoel deed. Ik ging wel met brood de deur uit “ .
Kinderen tijdens de Japanse bezetting Nederlands-Indië

In Nederlands-Indië werden tijdens de Japanse bezetting, die duurde van 1942 tot 1945, naar schatting 34.000 Nederlandse en Indisch-Nederlandse kinderen opgesloten in Japanse concentratiekampen, vaak met hun moeder en soms ook alleen in vrouwen-en jongenskampen. Gaandeweg de Japanse bezetting van Nederlands-Indië verslechterden de leefomstandigheden in de kampen zienderogen. Er was nauwelijks voedsel. Dat gold ook voor medische zorg. In de overvolle kampenwaren de hygiënische omstandigheden zeer slecht.. Ondervoeding en infectieziektes als dysenterie en tyfus kwamen veel voor in de kampen , regelmatig met dodelijke afloop . Ook verkrachtingen van jonge meisjes kwam voor of ze werden als troostmeisje gedwongen tot prostitutie .

Oorlogskinderen

Een oorlogskind is een kind dat tijdens een oorlog is verwekt en als ouders een autochtone moeder en een allochtone vader heeft. In Nederland zijn als voorbeelden: een kind verwekt tijdens de Tweede wereldoorlog uit een Nederlandse moeder en een Duitse vader. Dat zijn meer dan 50.000 kinderen
Ook zijn kinderen verwekt in de periode tijdens de Bevrijding, toen geallieerde troepen Nederland bevrijdden en daarna nog enige tijd in Nederland verbleven. Van een langdurige vaste relatie tussen hun ouders of voorgenomen huwelijken was geen sprake, laat staan van geplande zwangerschappen. De biologische vaders verdwenen vaak nog voor de zwangerschap goed en wel duidelijk was richting Duitsland of terug naar Amerika of Canada. De meesten wisten niet dat ze een kind hadden verwekt . De vaders kunnen Amerikaans, Canadees, Brits, Australisch of Pools zijn.
Zij worden bevrijdingskinderen genoemd. Het gaat hier om naar schatting tussen de 4500 en de 7000 kinderen . Onder deze kinderen bevinden zich de in Limburg geboren kinderen met donkere huidskleur, afkomstig van relaties van Limburgse vrouwen met zwarte Amerikaanse soldaten van de bevoorradingen Het gaat hierbij naar schatting tussen de 70 en 100 kinderen. Deze Afro-Amerikaanse mannen werden net als hun witte kameraden hartelijk onthaald in Limburg, maar aan de bevrijdingsfeesten mochten ze niet deelnemen. Op last van het Amerikaanse leger waren die ‘for whites only’ – de rassensegregatie in het Amerikaanse leger zou nog tot 1948 duren. Dat betekende niet dat de zwarte soldaten geen omgang hadden met Limburgse vrouwen. In volkswijken en dorpen vierden ze hun eigen bevrijdingsfeestjes. Maar zodra de legerleiding er weet van kreeg dat een zwarte soldaat een witte vriendin had, werd hij meteen overgeplaatst, zelfs als er een kind op komst was.
Soms bleef het kind bij de moeder maar soms was de schande van “ alleenstaande moeder “ of de familie-eer van groter belang . Deze kinderen werden dan bij de kloosterzusters onder gebracht of ze werden simpelweg bij de moeder weggehaald . Een enkele kind had het geluk en werd liefdevol door een gezin opgevangen .

In het voormalig Nederlands-Indië is een oorlogskind een kind, dat werd verwekt tijdens de Japanse bezetting van dat land in de periode 1942-1945. Het heeft een Nederlands-Indische of Nederlandse moeder en een Japanse vader, die als militair dienstdeed. Veelal gaat het hier om resultaten van verkrachtingen, waarbij de moeder als troostmeisje gedwongen werd tot prostitutie. Naar schatting gaat het in Nederland om zo’n 1000 individuen; daarbuiten om een veelvoud daarvan in Indonesië en elders.
Het kan echter ook gaan om kinderen verwekt door Nederlandse militairen bij vrouwen uit de inheemse bevolking, gedurende de periode 1946-1949, ofwel door een relatie, ofwel door een verkrachting.
Kinderen die waren ondergedoken

Soms konden Joodse gezinnen onderduiken , maar ook moesten soms kinderen van verzetsgezinnen en die om wat voor reden dan ook gezocht werden onderduiken , soms werden kinderen naar het platteland gestuurd omdat de ouders bang waren voor bombardementen . Kinderen zaten soms zonder hun ouders ondergedoken. Ze kregen een andere naam en waren zogenaamd ‘een nichtje’ van de mensen bij wie ze woonden. Sommige kinderen wisten na de oorlog hun eigen naam niet meer.
Kinderen van NSB’ers , ongewild slachtoffer

Na de bevrijding van Nederland werd de NSB verboden. NSB’ers werden gearresteerd en meestal ondergebracht in interneringskampen, waar ze moesten wachten tot hun berechting. NSB-leider Mussert kreeg de doodstraf en werd gefusilleerd .
De haat tegen NSB-er was bij veel Nederlanders groot, omdat ze met de Duitsers hadden samengewerkt. En ook hun kinderen, die in of na de oorlog waren geboren ondervonden hiervan de gevolgen. Hoewel kinderen niet verantwoordelijk zijn voor de daden van hun ouders, werden kinderen van NSB’ers veelal door andere kinderen met de nek aangekeken. Ze werden buitengesloten van vriendschappen en samen spelen. Ook zij die na de oorlog zijn geboren. Ze werden nogal eens doelwit van pesterijen van klas en buurtgenootjes en waren soms ook niet welkom bij de ouders van ‘goede Nederlanders’. In veel gevallen leidde dit ertoe dat deze kinderen zwegen over hun ouders en hun NSB-achtergrond. Dit kon leiden tot sociaal isolement, schuldgevoel en angst dat zou uitkomen dat je vader en/of moeder ‘fout’ was geweest in de oorlog .

Kindertehuizen en pleeggezinnen
De zorg voor de minderjarige kinderen van gedetineerde NSB’ers viel onder het Bureau Bijzondere Jeugdzorg van het Militair Gezag, dat was ingesteld op 14 september 1944 (in het toen al bevrijde zuidelijk Nederland) en ontbonden op 4 maart 1946. In 1950 maakte dit Bureau het eindrapport op:
In de periode tussen 1945 en1950 zijn ongeveer 8000 kinderen van geïnterneerde ouders in kindertehuizen opgenomen.
NSB-kinderen werden ook in pleeggezinnen geplaatst, wat het gevoel van niet- geaccepteerd en minderwaardig ook in deze situatie kan versterken. Hierdoor en door het maatschappelijk NSB-stigma is de jeugd van al deze kinderen veelal niet eenvoudig geweest.
Schuldgevoel
Er kan sprake zijn van gevoelens zoals schuld, schaamte, angst en miskenning. Bij een aantal van hen is dit zo sterk geworden dat -vaak op wat latere leeftijd- zij hiervoor hulp moesten zoeken en therapie kregen. Een belangrijk aspect van deze tweede generatie-problematiek bij NSB-kinderen is ook het niet weten wat er is gebeurd, omdat hun ouders daarover niet wilden of konden praten. Om meer te weten te komen zijn de boeken “Een leven lang gezwegen” en “ De kinderen van de NSB “aanraders om te lezen .
Kindsoldaten

Een kindsoldaat is een kind dat dienst doet in een regeringsleger of in een georganiseerde gewapende politieke groep. Het gaat hierbij niet alleen om betrokkenheid bij gevechten, maar ook dienstdoen als kok, drager of boodschapper. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten kinderen vaak mee in de geallieerde strijdkrachten en de as-mogendheden.
In de Tweede Wereldoorlog werd met name in de laatste oorlogsjaren door Nazi-Duistland. gebruikgemaakt van minderjarige soldaten veelal afkomstig uit de Hitlerjugend . Tot de 12. SS-Panzer-Division Hitlerjugend behoorden vrijwel alleen zestien- tot achttienjarigen, met volwassen officieren en onderofficieren. Op 6 juni 1944 werd deze divisie voor het eerst ingezet tijdens de strijd in Normandië en ook bij het Ardennenoffensief waren deze soldaten betrokken. Bij hun overgave op 8 mei 1945 waren er van deze divisie minder dan tienduizend van de 20.500 actieve soldaten overgebleven .
Verder waren er kinderen zowel jongens als meisjes actief bij de Luftwaffe als FLAK-helfer , gewondenzorg , Feuerschutz , Luftschutz , de Volksstrum en als Werwolf ( een nazi-guerrillaorganisatie , een netwerkverband van terreurcellen en doodseskaders met elk drie tot tien manschappen die achter de frontlinies in door de vijand ingenomen gebied werden ingezet ) .

Ilse Hirsch (1922-2000), een leidster van de Bund Deutscher Mädel die het Werwolf-commando aanvoerde dat in maart 1945 de Akense burgemeester Oppenhoff ombracht
Bovenstaand zijn minderjarigen die slachtoffer zijn geworden van de indoctrinatie door het Naziregime . Hierbij werden kinderen en jongeren vanaf hun vroege kinderjaren beïnvloed door nazi-propaganda. Dit begon vaak met relatief onschuldig ogende activiteiten in de Hitlerjugend, maar mondde later geregeld uit tot actieve deelname aan de oorlog. Jongeren werden vanaf jonge leeftijd voorbereid om soldaat te worden, zowel mentaal als fysiek, en velen van hen vochten uiteindelijk aan het front of in de Volkssturm. Ondertussen hielden de meisjes in de Bund Deutscher Mädel zich bezig met activiteiten die hen moesten voorbereiden op hun rol als moeder en huisvrouw .
Ook in het Russische leger vochten relatief veel tieners; meer dan in de geallieerde troepen . Doch de meeste Russische jeugd was actief achter het front . Als logistieke dienst , keuken werkzaamheden en in wapen- en munitiefabrieken .
Dan waren er de kinderen die meevochten in verzetsgroepen zoals Het Joodse Verzet , Poolse Armia Krajowa een Thuisfront en natuurlijk bij de partizanen .

Veel duizenden kindsoldaten zijn er gesneuveld en nog meer zijn er gewond geraakt . Ook hebben vele van hen oorlogstrauma’s overgehouden .
Kinderen als slachtoffer door wapens en ander oorlogstuig

Soms tijdens maar vaker na de oorlog werden kinderen het slachtoffer van gevonden wapentuig en achtergebleven landmijnen . Vooral nietsvermoedende kleuters en avontuurlijke jonge tieners werden slachtoffer. Kleine kinderen begrijpen het gevaar niet. Zij zien een blikken busje, een platte doos of een jeneverkruik in plaats van een handgranaat, een landmijn of een fles gifgas.

De tieners die avontuurlijk waren aangelegd gingen vaan op zoek naar munitie en wapens . Zo haalde men patronen uit elkaar voor het kruit , of ze gooiden direct de patronen in een vuurtje . Om te kijken wat er gaat gebeuren .


“Er ligt nog veel in de Nederlandse bodem”, zegt explosievenexpert Ron Frickel. Maar volgens hem wordt het wel steeds minder.” Toch krijgt de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) nog zo’n 2000 meldingen per jaar . Dat betekent nog steeds dat de EOD bijna dagelijks op pad gaat om gevonden bommen onschadelijk te maken.
Dat kan gevonden worden tijdens graafwerkzaamheden, maar ook door mensen die met een metaaldetector op pad zijn en de zogenaamde magneetvissers .
De slachtoffers in Someren
Verschillende kinderen in Someren zijn er op enigerlei wijze slachtoffer van de oorlog geworden .
Een aantal kinderen zijn tijdens de oorlog familieleden verloren , waarbij ze in een paar gevallen nooit afscheid van hun familielid hebben kunnen nemen . Of zelfs dat de overledene nooit is thuis gekomen voor te begraven . Het zijn littekens geworden die de ene keer soepel meebewegen, en op andere momenten opengereten worden, waardoor de rouw weer heel rauw en pijnlijk is. De tijd heelt niet alle wonden. De tijd is nodig om je wond te verzorgen en te erkennen dat de wond er is.”
Ook zijn er die hun huis en eigendommen zijn verloren tijdens gevechten . Soms waren de woningen beschadigd maar te herbouwen . Een aantal gezinnen die hun uis verloren kwamen terecht in noodwoningen zoals het wehrmachthuisje in Someren-Heide

Hieronder volgen enkele verhalen van Somerense kinderen die slachtoffer zijn geworden
Thieu Vossen ( geboren 31 december 1933 ) was op het middaguur van 20 mei 1944 aan het spelen bij de familie Driessen . Op de voormiddag had vader Driessen tijdens het spitten van een akker , een onbekend voorwerp gevonden . Niemand wist wat het was en hij groef een diep gat en stopte het voorwerp erin . Net na het middageten gingen de ouders even rusten en de kinderen buiten spelen . Albert Peijnenburg die bij de buurman zat ondergedoken , hij maakte een praatje met de kinderen die vertelde van wat vader gevonden had en het begraven had . De kinderen besloten het voorwerp weer op te graven . Ze wilden weten wat er in zat , een zaag was niet voorhanden , dus met een beitel en hamer werd er op het voorwerp geslagen . Na een klap explodeerde het voorwerp , waarbij de knal in het dorp te horen was . Thieu Vossen viel achterover en was op slag dood . Peter en Johan Driessen raakten gewond maar bij Albert hingen de vingers er los bij , later werd de hand geamputeerd . de gewonden kinderen werden na enkele weken uit het ziekenhuis ontslagen en Thieu werd op het Lambertuskerkhof begraven .

22 September 1944 , word een zwarte dag voor Someren :
Henricus Frenken ( geboren 22 februari 1928 )

Henricus werd op 22 september 1944 evenals mevrouw De Git rond 10 uur dodelijk getroffen door een artilleriebeschieting . De familie Frenken moesten vluchten voor hun leven en moesten het lichaam van hun zoon en broer achter laten . De mensen van de E.H.B.O. konden dit wel voor hen doen . Henricus werd in een laken gewikkeld een net als mevrouw De Git en Quirinus vervoerd naar het klooster van de zusters Franciscanessen . Pas na enkele dagen werden ze begraven .
Marietje Kruijf ( geboren 30 augustus 1931 ) , Vrijdagmiddag 22 september 1944 , Someren was al bevrijd en er werd fel gestreden bij Sluis 11, anderhalve kilometer verderop . Engelse bevrijders vielen aan met grof geschut; de Duitsers verdedigden hardnekkig.. Marietje Kruijf (13) veegt voor ’t huis het kapotte glas bijeen. Tijdens de nachtelijke gevechten, toen de Engelsen een Baileybrug sloegen over het kanaal, zijn in boerderij Kruijf de ruiten gesprongen. Nu kan de schade worden opgenomen. Vader Albert en opa en opoe zijn ook op ’t erf. En ginds, bij het kanaal, rukken de Engelsen op naar Asten. Plotseling roept vader: LIGGEN! Er kwam vlakbij de familie Kruijf aan de Slievenstraat een verdwaalde Duitse granaat aansuizen. Op het erf spatte hij uiteen. Marietje blijft ondanks zware verwondingen bij kennis
Zij dankt haar leven aan vader Albert, die als een haas hulp gaat halen. Maar ook aan de gealarmeerde dominee Vrijland, die meteen op zijn fiets springt om in Heeze een dokter te zoeken. Aan het Engelse ambulancepersoneel dat halverwege Someren en Heeze voor de dominee stopt en zich door tolk Tonny Leenen naar de Slievenstraat 2 laat loodsen. Aan de Engelse hospik die Marietjes eerste noodverband legt en haar bevend injecties geeft. Aan de legerarts van wie Marietje samen met de zwaargewonde frontsoldaat korporaal H. W. Price naar het veldhospitaal in Geldrop mag. Aan Cor Oosteweeghel, een toevallige passant in Geldrop, die voor haar bloed afstaat. Aan chirurg Buckley Hamer die haar anderhalf uur lang opereert. ”Het is een ’complete miracle’ als ‚Mary‘ overleeft”, zegt hij tegen zijn anesthesist. En dat mirakel gebeurt!

Korporaal Price, 23 jaar, overlijdt twee dagen later, maar Marietje blijft tussen de zwaargewonde frontsoldaten in leven. Ze is de enige burger in het veldhospitaal en wordt daar vertroeteld: ”De soldaten kochten zelfs speelgoed voor me.” Op 7 oktober wordt het veldhospitaal verplaatst en moet Marietje naar het nabije Sint-Annaziekenhuis. Zij huilt alles bij elkaar en de soldaten huilen met haar mee.

In het Sint-Anna blijft haar rekverband te lang zitten en vergroeit haar knie. Als ze eind juni 1945 eindelijk uit het ziekenhuis wordt ontslagen, kan ze nog niet lopen. In januari 1946 krijgt ze orthopedisch schoeisel aangemeten. Pas dan kan ze haar leven hervatten . Marietje wordt secretaresse, trouwt in 1960 met Henk Kooistra en bevalt in 1965 van een gezonde tweeling. Nog een mirakel, want met haar oorlogsverwondingen werd dat onmogelijk geacht.
In 1984 werkt Marietje als secretaresse mee aan de totstandkoming van het oorlogsboek Geschiedenis van Someren in de Tweede Wereldoorlog. Dan keert de oorlog als een boemerang in haar leven terug.
Marietje en Henk raakten betrokken bij Dodenherdenkingen, bevrijdingsfeesten en reünies van veteranen zowel in Nederland als in Engeland. Ze werden lid van de veteranenorganisatie Royal British Legion en deden alles wat in hun vermogen lag om het Britse bevrijders die hun Liberation Route overdeden, naar de zin te maken. Ze verleenden gastvrijheid, regelden gastgezinnen, vervoer en begeleiding, alles. Zoals de soldaten het kleine Marietje ooit in de watten legden, zo vertroetelde Marietje haar veteranen. Als een echte peetmoeder!
Voor al haar inzet word Marietje beloond . In 1984 krijgt ze de koninklijke onderscheiding Eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje Nassau . En in 1994 krijgt ze de Engelse Koninklijke onderscheiding Honoray Member of the Most Excellent Order of the British Empire (MBE)



Verder hield Marietje zich bezig met het doorvertellen van haar levensverhaal en over Someren in de tweede wereldoorlog . Dit deed ze bijvoorbeeld door scholen te bezoeken . En elk jaar met de Nationale Dodenherdenking op 4 mei plaatste ze bij het oorlogsmonument “ Vandaag heeft veel van gisteren “ herdenkingskransen voor het 11Th Armoured Division en het Kings Shropshire Light Infantery .


Korporaal Henry Price overleed op 24 september 1944 ,
Marietje exact 80 jaar later , Op 24 september 2024
Pieter Deerns ( toen 3 jaar ) toen wonende op de Slievenstraat raakte op 22 september 1944 licht gewond door een exploderende granaat . Zijn vader bracht hem per fiets over Lierop , De Strabrechtse Heide naar het ziekenhuis in Geldrop .
Mevrouw De Git – van Engelen , haar zoon Quirinus en ongeboren kind , werden ook op de voormiddag van 22 september 1944 getroffen door de exploderende artilleriegranaten . De hoogzwangere Anne Maria De Git – van Engelen ( 26 jaar ) was net met haar 11 maanden oude zoontje Quirinus op de armen uit de schuilkelder gekomen toen ze getroffen werd . Quirinus werd op slag gedood . Anne Marie leefde nog en men heeft getracht het ongeboren kind te redden maar het mocht niet baten , het kind kwam levenloos ter wereld . Anne Maria vroeg nog aan de E.H.B.O-ers of de baby een jongen of een meisje was . Het was een meisje . Rond 12 uur overleed de moeder . Hun dochter en zusje Rietje De Git raakte licht gewond .
Gerda Moolenaar , ( geboren 28 januari 1936 ) , werd met haar ouders en negen broers en zussen uit Elst geëvacueerd na de mislukte parachutistenlandingen bij Arnhem . Na enkele verplaatsingen kwamen ze terecht in het huis van de familie van Asten in Lierop . Op zondag 29 oktober 1944 was met haar moeder en 2 broers op bezoek bij Dr. Eijnatten . Gerda wilde graag spelen met de dochter van gemeentesecretaris Boerenkamp . Toevallig zag zij zag haar aan de andere kant van de straat lopen en Gerda rende tussen enkele geparkeerde auto’s door en schoot ineens de Speelheuvelstraat over . Hierbij werd ze gegrepen door een Humber vrachtwagen bemand door Britse soldaten . Moeder Moolenaar zag het ongeval gebeuren . Dr. Eijnatten droeg Gerda zijn praktijk binnen , waarna ze werd overgebracht naar het ziekenhuis in Helmond . Gerda overleed op 30 oktober 1944 om vier uur s‘ nachts . Gerda werd in Helmond begraven . Later is ze herbergraven in Elst .
Jan Vossen ( geboren 24 maart 1931 ) , Theo Vossen ( geboren 5 februari 1932 ) ,

Jo Lemmen ( geboren 1 juli 1933 ) en Willy Lemmen ( geboren 27 november 1934 ) .

Op 2de Paasdag , 2 april 1945 ongeveer waar nu de Haagdoornweg en de Nieuwendijk elkaar kruisen gebeurde een ongelofelijk drama. De Tweede Wereldoorlog zat er bijna op en in deze regio was er zelfs al een half jaar vrede. De broers Willy en Jo Lemmen gingen op pad met de broers Jan en Theo Vossen – het waren onafscheidelijke vrienden tussen de 11 en 14 jaar. Boezemvriend nummer 5 ; Jo Vossen mocht niet mee; zijn amandelen waren net geknipt en daarom bleef hij thuis. Dat redde zijn leven. Nabij het genoemde kruispunt lag een enorme berg munitie in allerlei soorten en maten . Voor de “veiligheid” had men het afgezet met wit lint. De bevrijders hadden hier hun overtollige munitie ( o.a. mitrailleur en tankmunitie) opgestapeld en wellicht ook nog andere gevaarlijk oorlogsmaterieel, dit alles met de bedoeling het later op te halen. Er zou ook een deel Duits springstof (trotyl) gelegen hebben, dat de Duitsers gebruikten om bv bruggen op te blazen. De Duitsers hadden dit achtergelaten.. Ja, er was een afzetlint, maar daar liet het viertal zich natuurlijk niet door weerhouden. Nieuwsgierig namen ze een kijkje.
Rond vier uur was er een hevige explosie. Het hele dorp wist dat er iets ergs was gebeurd en mensen gingen buiten kijken; zo ook gezinsleden van de vier jongens. Die herkenden al snel de kledingstukken op de lichaamsdelen die ver verspreid van elkaar werden gevonden. Het leed was enorm. In rieten manden werden alle resten van de jongens verzameld, opgebaard in het klooster . De vier kinderen zijn later onder grote belangstelling begraven in één graf op het kerkhof in Someren-Eind .
Later moest vader Lemmen op het gemeentehuis komen, waarbij een Engelse kapitein verklaarde aan te nemen dat de jongens een mijn hebben opgetild. Die was zwaarder dan ze verwacht hadden en toen ze die niet meer konden houden, hebben ze deze laten vallen waardoor de ontstekingen zijn afgegaan en het hele zaakje is ontploft.
Een zwarte dag, gegrift in het collectieve geheugen van Someren-Eind.
Hun graven zijn geruimd in 1980 .
20 september 2023 werd een gedenkenisbeeldje onthuld op de hoek Haagdoornweg-Nieuwendijk


Leo van de Laar ( geboren 18 december 1927 ) , Leo werkt in Sterksel bij bezemfabriek van Hoorn . De werknemers moesten ook heide kappen als grondstoffen voor de productie van bezems . Soms vond Leo dan zogenaamde lichtkogels . Die waren vrij ongevaarlijk en als men ze opende zaten er kleine parachuutjes in , waarvan men zakdoeken maakte , want aan alles was gebrek na de bevrijding . Vader van de Laar had Leo verboden deze dingen op te rapen en mee te nemen . Op 27 juni 1945 vond Leo weer iets , nu van ijzer en hij nam het mee . Hij kon het niet open krijgen en sloeg er mee op de spoorrails . Het bleek een granaat te zijn , die explodeerde en Leo werd dodelijk getroffen . Leo werd vervoerd naar de zusters in Someren-Dorp en is later begraven op het kerkhof in Someren-Eind


Oproep van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie :

Explosief gevonden?
Bij werkzaamheden in een weiland, achtertuin of op het strand komen nog vaak explosieven naar boven. Zoals munitie, oude wapens of een granaat.
Explosief gevonden?
# Blijf uit de buurt van het explosief, raak het niet aan en neem het niet mee.
# Stop alle werkzaamheden in de directe omgeving.
# Ga niet nog een keer bij het explosief kijken.
# Waarschuw direct de politie via het telefoonnummer 0900-88 44. Ook als u twijfelt of het een explosief is.
# Zorg ervoor dat omstanders uit de buurt blijven.



Magneetvissen
# Vermoed u tijdens het magneetvissen dat u een explosief aan de magneet heeft hangen?
# Haal het object niet van de magneet af. Hang het terug in het water. Verroest metaal kan breken. Op moderne handgranaten of wapens kan DNA zitten. Dat blijft het beste bewaard in water.
# Bel de politie via het telefoonnummer 0900-88 44. De politie schat in of de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) ingeschakeld moet worden.
# Laat het gevonden object niet achter op straat en neem het niet mee naar huis.
# Blijf bij het object totdat de politie er is.

Bronnen :
# Oorlogsverhalen.nl
# Gesprekken met Marietje Kooistra – Kruijf , Toon Rooijmans door Harry Bakermans
# 60 Jaar Bevrijding , De Vonder
# Geschiedenis van Someren in de Tweede Wereldoorlog
# NIOD , Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
# japanseburgerkampen.nl
# Archieven van : Nationaal Archief , Marietje Kooistra – Kruijf , Harry Bakermans
# Verzetsmuseum.nl
# Joods Museum , Amsterdam
# Explosieven Opruimingsdienst Defensie
# Imperial War Museums